Achterdocht
Achterdocht
Ernstige achterdocht (paranoia) is geen ziekte, maar een ervaring die zich in bepaalde mate kan voordoen bij alle mensen. Het komt vaak voor bij psychische aandoeningen. Hoewel het dus een normale ervaring is, kan het je leven wel flink gaan overheersen. Achterdocht is een normale reactie op een bedreigende gebeurtenis die we niet begrijpen en is een belangrijke overlevingsfunctie. Bij sommige mensen kan achterdocht echter zo erg worden dat zij nergens anders meer mee bezig kunnen zijn. Zij worden dan zo angstig dat ze niemand meer vertrouwen en het contact met anderen vermijden. Soms leidt dit tot een kluizenaarsbestaan, waarbij er met niemand meer contact is. Overmatige achterdocht gaat ook vaak samen met minder goed slapen, veel piekeren, en een verminderd zelfvertrouwen.
Wat voel je?
Je voelt je niet veilig. Het lijkt alsof iedereen weet dat je je slecht voelt. Alsof ze het over je hebben. Je kan het niet loslaten en denkt er veel over na. Buiten op straat vallen vreemde dingen op. Iemand die kijkt en kucht op het moment dat jij langskomt. Alles is te toevallig. Het is duidelijk dat anderen je willen pakken. Je voelt je heel alleen.
Hoe ontstaat achterdocht?
Vaak is achterdocht een normale reactie op een bedreigende gebeurtenis die we niet begrijpen. Achterdocht is eigenlijk een belangrijke overlevingsfunctie; je bent alert om jezelf veilig te houden. Misschien heb je dingen meegemaakt die je vertrouwen in mensen hebben beschadigd of die je een onveilig gevoel hebben gegeven. Ook ‘er niet bij horen’ kan bijdragen aan achterdocht; als mensen je buitensluiten en je hoort niet in een fijne groep. Verder weten we dat lage zelfwaardering en veel piekeren iemand gevoeliger maken voor achterdocht. Jezelf isoleren (minder met anderen omgaan) en slecht slapen kunnen de achterdocht erger maken. En hoe meer je erop gaat letten, hoe onveiliger je je voelt. Hoewel sommige drugs even rust kunnen geven, kan het ook zijn dat bijvoorbeeld cannabis, cocaïne of speed de achterdocht langzaam doen toenemen.
Wanneer heb je hulp nodig?
Je hebt hulp nodig als achterdocht je leven gaat overheersen. Het kan zijn dat je steeds meer alleen komt te staan en het contact met je vrienden en familie minder goed loopt. Ook kan het zijn dat je moeilijk nog op straat tussen de mensen durft te zijn, omdat je je niet veilig voelt.
Hoe om te gaan met achterdocht?
Als je iemand niet vertrouwt in gedragingen, handelingen, dan ben je gewaarschuwd. Het il niet zo zijn dat de ander ook daadwserkelijk niet te vertrouwen is. Het kan zijn dat je gedurende je leven vaak je neus gestoten hebt en nu gevoelig bent en het omzet in achterdocht. Een waarschuwing kun je maar op 1 manier oplossen: stem het af met de ander. Zeg dat je gevoel hebt, dat er iets niet klopt in de reactie van de ander. Vraag het uit en gebruik je achterdocht als alertheid. als de ander ontkent en jou niet aankijkt, weet je dat je gevoel van achterdocht niet verdwijnt. Met andere woorden, als je doorvraagt, laat de ander in jouw ogen kijken. Het gaat niet om de leugen of het gedrag van de ander, het gaat erom dat jij je veilig kunt voelen. richt je dus niet op de ander, maar op je eigen gevoel van angst.
Durf je het niet aan de ander te vragen, om welke reden dan ook, dan blijf je hangen in achterdocht. Jouw ervaringen gedurende je leven geven voldoende signalen af om alert te blijven. Als je kind pubert is het normaal dat zij de waarheid niet vertellen. Daar schamen ze zich voor. Moet je dan je kind niet vertrouwen? Het leggen van het accdnt op niet vertrouwen is al een brug te ver. als ouder weet je dat je kind niet anders kan, want anders pubert zij niet. Ga er als ouder vanuit dat je kind liegt of de waarheid maskeert. Verlang niet van je kind, dat het niet mag liegen. Ga als ouder op onderzoek uit. Mocht je de leugen van je kind niet vertrouwen, onderzoek en ontdekt. Straf je kind niet achteraf, maar laat wel zien dat jij als ouder je kind hebt ontdekt op een leugen of vertel het gewoon. Zo kan je puber in alle veiligheid het respect leren van de ander. Zo mag je kind fouten maken, want dat hoort bij de groei naar volwassenheid. Wees dus niet roomser dan de paus als ouder, want daar zal je kind altijd een afkeur voor ontwikkelen. Pubers die niet mogen puberen zullen later veel last hebben van een lage zelfwaardering.
Als ouder weet je dus dat je puber niet altijd de waarheid zal vertellen en dat hoort zo. zorg alleen voor alertheid, dat je puber veilig bezig is. doet je puber dingen die jij niet goedkeur, vertel het dan op een later tijdstip. Vertel het vanuit je eigen gevoel, meestal van angst.
Vertrouw jij je partner niet, dan wordt je vanzelf achterdochtig. Los het op, door je partner in de gaten te houden en pas je mening te delen als jij 100% zeker bent van datgene je denkt dat je partner doet. Meestal is het bij vreemdgaan een ontdekking.op heterdaad. Vandaaruit kun je verder praten en verandert de achterdocht in boosheid, wat op zich normaal is. Achterdocht kun je dus gebruiken om dingen uit te zoekenj, om antwoorden te krijgen en dan zijn het altijd eigenschappen van alertheid om je eigen gevoel van veiligheid en vertrouwen te bekrachtigen.
Mocht je nog vragen hebben? Reageer gerust op deze blog.